boek_vogel_btn
Met de fanfare op stap...

Voor de eerste wereldoorlog gebruikte men voor grotere verplaatsingen een boerenkar getrokken door paarden. Bij latere verplaatsingen werd gebruik gemaakt van een vrachtwagen, soms zelfs één met open laadbak.

Elk jaar neemt Sint Rochus ook deel aan het slotconcert van de Druivenfeesten te Overijse en sinds 1991 ook aan het gemeentelijk muziekfestival van Tervuren. Het heeft bepaalde voordelen wanneer men tot twee gemeentes behoort.

Een erg speciale uitstap had plaats op 27 juli 1990. Bij ons weten was het de eerste en enige keer dat Sint Rochus gevraagd werd om in het buitenland te spelen. Op uitnodiging van de firma Trans Charlier trokken ze naar Bettignies, net over de Franse grens waar Robert Charlier samen met zijn zonen een douanekantoor had geopend.

Van druiven- en reuzenstoeten

Bij de eerste druivenfeesten in Overijse in 1950 speelden twee fanfares, namelijk Justus Lipsius uit Overijse en Sint Rochus uit Eizer. Vanaf 1958 reed ook de Druivenstoet uit en het spreekt vanzelf dat Sint Rochus ook daar van meetaf aan de kar trok. Tot 1975 zou de fanfare met een praalwagen rijden in de roemrijke stoet.

In de jaren ’60 ging ook een druivenstoet door de straten van Hoeilaart waarin Sint Rochus enkele keren mocht meewandelen en in 1982, 1983, 1984 en 1986 stapte de fanfare eveneens fier op in de Tervuurse Reuzenstoet.

De serenades

In vroeger jaren was het de gewoonte van de fanfare om het huwelijk van leden of van hun kinderen op te luisteren met muziek. Dit gebeurde dan meestal op zaterdagavond op de dag van de trouw. Het trouwfeest had toen nog plaats in het ouderlijk huis van de bruid en de fanfare toog daar dan ’s avonds naar toe om er een serenade te spelen.

In de jaren ’30 werd de fanfare tweemaal ten kastele de Marnix uitgenodigd om het huwelijk van de jonge gravinnen muzikaal te omkaderen.

Na de tweede wereldoorlog verwaterde dit mooie gebruik en Sint Rochus gaf haar laatste serenade op de Ketelheide in 1948 bij het huwelijk van Robert Charlier en Valentine Mommaerts.

De Vlaamse kermissen

In de jaren ’50 was het in onze streek erg in om Vlaamse kermissen te organiseren "voor het goede doel" en Sint Rochus werd uiteraard herhaaldelijk gevraagd zo’n kermis muzikaal op te luisteren. Van 1950 tot en met 1959 werd de Vlaamse kermis van Ganspoel, ingericht door "de Blindenpater", jaarlijks aangedaan. Men speelde er op een kiosk.

In het college van Overijse speelde men in 1955, 1956 en 1958. Daarna kwam het H. Hartcollege van Tervuren aan de beurt. Er werd gespeeld van 1958 tot en met 1965.

In diezelfde periode trok men ook enige keren (1964, 1965, 1966) naar de Breugelfeesten in het Kinderdorp van Pater Merville, alias "Nonkel Bob", te Hoeilaart. Dit kinderdorp bestond uit een aantal paviljoenen die verspreid in het bos waren opgesteld en waar zo’n dertig ouderloze kinderen woonden.

Eizer-kermis is en was niet direct een "Vlaamse kermis" maar ook ter gelegenheid hiervan zette Sint Rochus zijn best beentje bij. In de jaren ’50 plaatste de gemeente Overijse een kiosk voor de kerk van Eizer ter gelegenheid van de grote kermis van juni. Op deze kiosk werd dan op maandagnamiddag na kermisdag door beide fanfares gespeeld.

De processies

Tot drie keer per jaar ging de processie indertijd uit, de zondag voor de kermis met "Hoogwaerdig", de zondag van de kermis zelf, en de zondag na Half Oogst, ten minste als het weer het toeliet.

De aloude processieweg ging langs de Dreef, die voor de gelegenheid fris gemaaid werd, naar de St Rochuskapel op de Plaan, en hij kwam terug langs de IJzerstraat en de Duisburgse Steenweg. Vóór de kerk werd er muzikaal afgesloten met het nationaal volkslied.

Sint Rochus mocht als oudste fanfare vlak voor "den Hemel" stappen, terwijl Eendracht Maakt Macht vooraan in de processie liep. De twee maatschappijen speelden om beurten.

Het is sinds jaar en dag een vaste gewoonte om tijdens de processie halt te houden voor de St Rochuskapel. Traditiegetrouw wordt daar het plechtige "Te Velde" gespeeld, ook wel eens "den Aux Champs" genoemd.

In het collectieve fanfare-geheugen staat de droeve processie van 1996 gegrift, toen uitgerekend ter hoogte van de kapel onze geliefde Paul Trappeniers op 22 juni bezweek.

De Jubilees

In 1948 werd het 50-jarig jubilee van Leopold Dewilder als muzikant met veel machtsvertoon gehuldigd. Vóór zijn huis langs de Duisburgse Steenweg en temidden van zijn serres gaf de Koninklijke Fanfare Sint Rochus een concert weg, dat gedirigeerd werd door chef Vandenhouten.

Begrafenissen

Vroeger werden alle leden van de fanfare met muziek naar hun laatste rustplaats begeleid maar nu valt deze eer enkel nog te beurt aan muzikanten en bestuursleden en alleen als de begrafenis op zaterdag valt.

Op het kerkhof wordt een grafrede (de "dichten") gehouden door één der bestuursleden.

Voor ieder afgestorven lid laat de fanfare een "mis lezen" en minstens éénmaal per jaar wordt ter nagedachtenis van alle afgestorven leden de mis door de fanfare muzikaal opgeluisterd.